Kazemattenmuseum ontvangt directeur Militaire Luchtvaart Museum
Uitgegeven op 28-10-2013 om 19:15  |  link  |  bewaar  |  print

KORNWERDERZAND - Het Kazenmattenmuseum ontving deze week Jan Janssen, directeur van het nieuwe Nationaal Militair Museum, dat volgend jaar wordt geopend.

In september 2014 wordt op het terrein van de voormalige Vliegbasis Soesterberg het Nationaal Militair Museum geopend.
Het is een fusie van het Legermuseum, voorheen in Delft en het Militaire Luchtvaart Museum, dat al in Soesterberg ( Kamp Zeist ) was gevestigd.
Het Marechausseemuseum in Buren, het Marinemuseum in Den Helder en het Mariniersmuseum in Rotterdam, zullen blijven op hun huidige locatie. Ze gaan wel, met het nieuwe museum in Soesterberg, deel uit maken van de nieuwe op te richten Stichting Defensiemusea.

Op het Kazemattenmuseum werd de heer Janssen ontvangen door enkele bestuursleden, besprak met hen de plannen voor de herinrichting van het museum en maakte, onder andere begeleid door stichtingvoorzitter Ruurd Gaastra een rondleiding door het museum.
Na afloop toonde hij zich verrast over de collectie en de staat waarin deze zich bevindt.
Tijdens de halfjaarlijkse vrijwilligersbijeenkomst die avond, waarin onder andere ook het afgelopen museumseizoen werd geëvalueerd, hield de heer Janssen voor ca. 60 vrijwilligers een informatieve voordracht over “zijn” Nationaal Militair Museum.
Tijdens deze bijeenkomst droeg conservator Herman Proper zijn functie, na negen bewogen jaren, waarin veel is gebeurd, over aan bestuurslid Wim Stienstra.

Het Kazemattenmuseum ontving in het seizoen 2013, ca. 12.500 bezoekers.
In de komende winter zal er hard worden gewerkt aan een deel van de voorgenomen herindeling van het museum.

Directeur Dr. Jan Janssen begon zijn carrière bij Defensie als dienstplichtig ROAG-vaandrig ( reserveofficier academisch gevormd ) bij de Sectie Militaire Geschiedenis van de Koninklijke Landmacht in Den Haag.
In 1980 werd hij hoofd van de Sectie Luchtmachthistorie van de Koninklijke Luchtmacht. In 2000 stapte hij over naar het Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg. Vanaf dat moment is hij ook intensief betrokken bij de voorbereidingen voor het Nationaal Militair Museum. Sinds 2009 maakt hij deel uit van het projectteam Defensiemusea, dat zich onder meer met de bouw van het nieuwe museum bezig houdt.
Hij promoveerde in 1982 op een proefschrift over de oprichting van de KMA (Koninklijk Militaire Academie) in Breda, thans Nederlandse Defensie Academie.
Het Nationaal Militair Museum verrijst op het zogeheten museumkwartier, op de voormalige Vliegbasis Soesterberg.
Het terrein is 45 hectare groot, het hoofdgebouw heeft een lengte van 250 m. het is 110 meter breed en 17 meter hoog. Bovenop het gebouw komt een uitzichttoren van 33 m.
Het aantal medewerkers in vaste dienst zal ca. 35 personen bedragen inclusief staf en er wordt thans gestart met de werving van 250 vrijwilligers.
Het museum wordt gebouwd volgens de pps-systematiek. In dit geval houdt dat in, dat de bouwer Heijmans ook nog 25 jaar de facilitaire exploitatie zal verzorgen (onderhoud, beveiliging, catering en museumwinkel).