De Dörreper KerktorenUitgegeven op 18-11-2021 om 09:41 |
link |
bewaar |
printHIPPOLYTUSHOEF - Zo wordt door Wieringers de toren van de kerk ook wel genoemd. Deze wordt momenteel gerestaureerd door aannemer Tromp. Dirk Tijsen mocht met toestemming de toren bestijgen. Hij maakte een aantal foto's en schreef een artikel/
De spits, de aanslag is goed te zien, van zo dichtbij gebeurt eens in de zoveel jaar. (Foto's aangeleverd)
Het uitzicht is geweldig. Onder het artikel kunt u meer foto's bekijken.
Al weer een paar jaar terug, met de laatste Vlootschouw, raakte ik aan boord in gesprek met een bekende over de toren van de Oosterlander Kerk. Die had toen ook net in de steigers gestaan. Ik vertelde dat ik overwoog een stukje over de wellen op Wieringen te schrijven. Voor de oorlog, voor de eerste verkaveling , had bijna ieder huis en ieder krogje op Wieringen een welput. Het graven en maken ervan vroeg een bepaalde organisatie en techniek. En soms werden er speciaal stenen voor gebakken.
Zo kwamen we op de gemetselde torenspitsen van Oosterland en Dörrep.
We wisten dat de torens na restauratie en weer opmetselen last hadden van doorwateren. Een keer gebeurde het werk opnieuw. Hij was een keer in Frankrijk in een steenbakkerij geweest. Daar maakten ze stenen voor de restauratie van kerken, kastelen en kloosters. En zoals het een echte bakkerij betaamt, hadden ze allerlei soorten mallen voor de klei. En er werden ook schuin aflopende stenen gebakken, onder recht, boven in een graad of 5 schuin aflopend. En we vroegen ons af of ze deze speciaal gebakken stenen hier ook gebruikten.
Dus toen de toren hier in de steigers raakte, dacht ik, kom laat ik dat eens onderzoeken.
Via Ronald Muntjewerf van de gemeente Hollands Kroon legde ik contact met Arjen Wolse van Pronk Bouw. En Arjen, Jan en John lieten me alle kanten van de toren zien en deelden hun kennis en ervaring met me.
En het is toch erg mooi dat de Gemeente de restauratie van “ De toren van ongse Gróte Kerk” zo voortvarend aanpakt. Al eeuwen kondigt ie uit de verte aan dat je weer in de buurt van Dörrep bent. En hopelijk nog eeuwen lang.
Want de toren is eigendom van de Gemeente. Het kerkgebouw zelf van de kerkelijke Gemeente. Men zegt dat dit in de Napoleontische tijd is gebeurd. Om als uitkijkpost voor het leger te dienen, nam de Staat voor het gemak het eigendom over.
Bij de 'galmgaten' zijn de voegen vernieuwd.
Onderhoud was broodnodig, naar verwachting is het werk aan het einde van dit jaar gereed.
Op deze foto’s zie je de verwering van de stenen en het metselwerk. In eerste instantie was er bekeken dat er een 800 stenen vervangen moesten worden. Met het erbij horende voegwerk. Bij een later bezoek hoorde ik dat het dubbele waarschijnlijker is.
Ook zie je dat de stenen deels schuin afgewerkt zijn. Bij de galmgaten van de klok helemaal spits toelopend . En bij de torenspits schuin aflopend. Stenen kan je in een bepaalde vorm bakken, hakken of zagen. Deze schuine stenen zijn waarschijnlijk gezaagd, je ziet weinig haksporen. Nu gebeurt dit met een watergekoelde zaag.
Maar John liet me zien dat je ze bij steenbakkerij Zilverschoon aan de Waal nog in vormen kunt bestellen.
Het onderste deel van de toren is van zandsteen. Waarschijnlijk ergens uit Duitsland. De baksteen kan aangevoerd zijn. Maar in vroeger tijd werden de stenen ook gebakken in de nabijheid van de bouwplaats. Zoals met alles, als je de techniek van het bakken in je vingers hebt, is het niet moeilijk. Vuur, een constante temperatuur, brandstof om de stenen en afdekken met grond of een soort hut. Was het materiaal voorhanden, dan deed de kennis en kunde van een “ bakmeester” de rest. En er was hier klei voorhanden.
In mijn jeugd boetseerden we soms met de “ kattekloi” die hier en daar bij het graven bovenkwam. Onlangs waren we in de Nörremert bij de boerderij van m’n Opie aan het hekken. En daar kwam bij het graven ook de “ kattekloi” tevoorschijn . Klei vulde toen het hier nog zee was de gaten in het veen op de lange duur op. Daarom vind je het ook erg “ plekkerig”. Een vreemd idee dat halverwege de Normert de zee liep.
En waarom de naam “kattekloi”? Als je het een keer tegenkomt, begrijp je dat ogenblikkelijk.
Dus het kan aannemelijk zijn dat de bakstenen hier met de hier voorkomende klei gebakken zijn. Brandstof was er ook. Bomen, turf. Voor de techniek kan er een meesterbakker ingevaren zijn. Wie weet vinden we in de archieven daar nog iets over.
Ik ga zeker nog een een praatje maken op de bouw. En dat nieuws zal ik zeker berichten. En hebt u aanvullingen of opmerkingen, dan hoor ik dat graag.
Groet Dirk Tijsen. ( Van Jan van Aafke)