Hoeveel mensen in Europa gebruiken nog steeds contant geld voor betalingen?
Uitgegeven op 29-04-2024 om 15:56 |
link
Je loopt een winkel binnen en ziet dat de kassière snel even wisselgeld geeft – ondanks dat je smartphone al op je borst hangt. Het lijkt wel alsof contant geld in Europa nog altijd een vaste waarde heeft, ook al hoor je constant dat alles digitaliseert. Maar hoeveel mensen betalen nu écht nog met cash?
In veel landen binnen de eurozone gaat nog steeds meer dan de helft van de betalingen via contant geld. Denk aan landen als Italië, Malta of Oostenrijk, waar je vaak ziet dat mensen de voorkeur geven aan biljetten en munten.
Aan de andere kant hebben landen als Nederland en Finland een heel ander verhaal; daar loopt ongeveer maar één op de vijf transacties via cash. Je zou kunnen zeggen dat het verschil een beetje afhangt van lokale gewoontes en het gemak van digitale betaalmethoden.
In Nederland zijn digitale betaalmethoden eveneens populair omdat ze naadloos online kunnen worden gebruikt, voor vrijwel alle toepassingen. Nederlanders shoppen steeds vaker online, en ook ons entertainment bevindt zich meestal achter een scherm – en hier passen digitale betaalopties natuurlijk bij, want cash is in deze arena nutteloos.
Denk bijvoorbeeld aan iGaming. De online gokmarkt in Nederland is tegenwoordig sterk aan het groeien, en natuurlijk storten Nederlandse spelers hier geld via digitale betaalmethoden zoals e-wallets, Instant Banking en crypto.
Sterker nog, veel casino’s moedigen het gebruik van bepaalde betaalopties aan, door promoties zoals
gratis speelgeld zonder te storten aan te bieden wanneer een speler betaalmethode X of Y gebruikt.
Het moge dus duidelijk zijn dat Nederland anno 2025 bijna volledig digitaal en cashloos is.
Maar waar je in Nederland moeiteloos met je pinpas of smartphone betaalt, kiest men in andere delen van Europa nog bewust voor de ouderwetse manier.
Misschien vraag je je af: “Waarom zou iemand nog met cash betalen als alles zo makkelijk digitaal kan?” Nou, er zit wat meer achter dan simpelweg ‘oud maar goud’.
Veel mensen vinden dat betalen met contant geld gewoon lekker tastbaar is. Je hebt het geld letterlijk in je hand, en dat maakt je bewuster van wat je uitgeeft. Je weet precies hoeveel je nog over hebt, zonder dat er een app of bankrekening bij betrokken is.
Bovendien geeft cash je een gevoel van privacy; niemand ziet zomaar hoeveel je betaalt of wat je koopt. Dat kan voor velen een geruststellende gedachte zijn.
Een interessant feit is dat Europeanen
gemiddeld zo’n €59 in contanten bij zich hebben. Maar in Nederland ligt dat cijfer lager, rond de €35 – een groot verschil, en eveneens een markante daling ten opzichte van €46 in 2022. Dit verschil komt deels doordat de Nederlandse betaalsystemen zo strak en soepel werken dat je nauwelijks cash nodig hebt.
Je herinnert je vast nog wel de lockdowns en de noodzaak om zo min mogelijk fysiek contact te hebben. Tijdens de coronatijd hebben we allemaal
sneller de overstap gemaakt naar digitaal betalen. Dat heeft deze trend nog eens een flinke boost gegeven.
Sindsdien is het aandeel van kaartbetalingen flink gestegen, en mobiel betalen is bijna verdubbeld. Toch is die digitale revolutie niet voor iedereen even aantrekkelijk.
Sommige mensen voelen zich gewoon prettiger bij de zekerheid van contant geld – iets wat je niet kwijtraakt als de stroom uitvalt of als er een storing is in de digitale systemen.
De verschillen in betaalgedrag tussen Europese landen zijn ook sterk cultureel bepaald. In Nederland is betalen met je pinpas of smartphone wijdverspreid, snel en eenvoudig – dus de behoefte aan cash is veel minder groot.
Als je daarentegen kijkt naar landen waar de digitale infrastructuur (nog) niet zo ontwikkeld is, of waar de bevolking gewoon minder vertrouwen heeft in digitale betaalopties, blijft contant geld voornaam.
Het is dan ook geen verrassing dat in sommige landen, zoals in delen van Oost-Europa, cash nog de nummer één betaalmethode is.