KNRM Den Oever tweemaal in actie
Uitgegeven op 26-04-2015 om 21:42 |
linkDEN OEVER - Het KNRM-station Den Oever werd zaterdagmiddag te hulp geroepen voor de eerste actie van 2015. En later op de dag volgde al de tweede.
Zaterdagmiddag gingen om 13:53 uur de piepers af voor een kajuitjachtje, dat van het IJsselmeer af juist door de brug was gekomen en aan de oostkant van het vaarwater op de stenen was geraakt. Door vanaf de kop van de reddingboot Johanna Margareta een sleeplijn vast te maken op de kop van het vastzittende bootje en achteruit te varen, slaagde de bemanning van het KNRM-vaartuig erin het scheepje van de stenen af te trekken. De twee opvarenden konden zonder schade hun tocht naar Texel vervolgen.
Hierna is door de Johanna Margareta meegevaren met de intocht van het Wieringer skuutje in de Vissershaven van Den Oever om enkele KNRM-cadeaus af te geven aan degenen die het scheepje zo mooi hebben gerestaureerd.
Terug in het boothuis werd nog even nagepraat over de eerste actie van het jaar en op dat moment werd het station Den Oever opnieuw gealarmeerd door de Kustwacht. Het twintig meter lange zeiljacht Condor, met zeven mensen aan boord, was bij het Visjagersgaatje aan de grond gelopen. Doordat het water al flink was gezakt, lukte het niet de Condor los te krijgen. Afgesproken werd rond middernacht, bij opkomend water een nieuwe poging te wagen. Om twee uur zou het hoogwater worden.
Zeiljacht Condor in moeilijkheden
Er werd echter rekening mee gehouden dat er weinig water zou komen, wat het karwei lastig dreigde te maken. Reden waarom ook de Joke Dijkstra van de KNRM Den Helder werd opgeroepen voor assistentie. Om half twaalf ging de Johanna Margareta opnieuw naar de Condor, die iets gunstiger was komen te liggen. De assistentie van de Joke Dijkstra, die net onderweg was, was niet meer nodig. De Condor werd neergelegd aan de steiger voor de brug in Den Oever.
Aanstaande zaterdag, 2 mei, is het Nationale Reddingboordag en houdt de KNRM Den Oever open huis. Meer informatie op de pagina
Op stap.
(Met dank aan Henk Cornelissen)