ZomertijdUitgegeven op 25-03-2023 om 18:49 |
link |
bewaar |
print
De zomertijd begint op de
laatste zondag van maart en eindigt op de laatste zondag van oktober (het begin van de wintertijd). In de nacht van zaterdag op zondag worden de klokken om 2 uur een uur vooruit gezet, dus van 2 naar 3 uur (ezelsbruggetje: in het
voorjaar gaat de klok een uur
vooruit).
In totaal duurt de zomertijd 31 weken, oftewel 217 dagen. Dit jaar begint de zomertijd op 28 maart 2021 en eindigt op zondag 31 oktober.
Door de zomertijd wordt het niet in het holst van de nacht licht. Een groot voordeel is ook dat we 's avonds een uur langer van daglicht kunnen profiteren. Zonder zomertijd zou het eind juni tegen half vier licht worden en tegen half tien 's avonds donker.
Jaarlijks op de laatste zaterdag van maart, in het weekend waarin de zomertijd begint, wordt met het wereldwijde evenement 'Earth Hour' aandacht gevraagd voor de effecten van klimaatverandering.
'Earth Hour' (Het Uur der Aarde) is een internationaal evenement dat huishoudens en bedrijven oproept om de verlichting en andere elektrische apparaten in hun huis voor 1 uur te doven (tussen 20:30 en 21:30 uur). Door de elektriciteit uit te schakelen wordt er natuurlijk energie bespaard, maar 'Earth Hour' heeft vooral een symbolische functie.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier steunt 'Earth Hour'. Tussen 20:30 en 21:30 uur gaan de lichten uit die het centraal kantoor in Heerhugowaard verlichten.
In september 2018 besloot de Europese Commissie dat lidstaten van de EU zelf mogen bepalen of ze in de zomer- of de wintertijd willen leven. In eerste instantie zou de omschakeling tussen winter- en zomertijd vanaf 2019 worden afgeschaft, maar de transportministers van de EU hebben besloten de definitieve beslissing over het halfjaarlijks veranderen van de klok uit te stellen. Tot nu toe is het onderwerp niet opnieuw op de agenda gezet door de Europese Commissie. Voorlopig blijft dus alles bij het oude.
In Nederland is de zomertijd in 1977, vanwege de oliecrisis, opnieuw ingevoerd. Ook van 1916 tot 1945 was de zomertijd van kracht. Uitvinder van het invoeren van de zomertijd was de Londense aannemer William Willett. In 1907 publiceerde hij het pamflet 'The Waste of Daylight', waarin hij voorstelde in april de klok vooruit te zetten en in september weer terug, om zo 's avonds langer van het daglicht gebruik te kunnen maken.
In de overzeese gebieden van het Koninkrijk der Nederlanden (Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden) geldt geen zomertijd. Hierdoor bedraagt het tijdverschil met deze gebieden in de zomer zes uur en in de winter vijf uur.
Henk is even zoet...