150 jaar Knipscheer-orgel (3)Uitgegeven op 20-04-2020 om 14:22 |
link |
bewaar |
printHIPPOLYTUSHOEF - De aankomende restauratie en het 150-jarige bestaan van het monumentale Knipscheer-orgel in de Hippolytuskerk waren aanleiding om eens in de archieven van het jaar 1870 te duiken. De aanschaf van het orgel vergde een fikse financiële inverstering.
Fincanciële zaken in 1870
Deze maand is het precies 150 jaar geleden dat de notabelen en kerkvoogden het besluit namen om een orgel aan te schaffen voor de Hippolytuskerk. De totale aanschafkosten inclusief vracht en plaatsing werden begroot op ƒ 1700.
Om de waarde van zo'n bedrag in de 2e helft van de 19e eeuw in te schatten: een arbeider kon in die tijd ongeveer een gulden per dag verdienen, afhankelijk van het jaargetijde (het dagloon lag in de zomer altijd wat hoger dan in de winter). De predikant van de Hippolytuskerk ontving jaarlijks een traktement van ƒ 1075. Je zou dus kunnen concluderen dat die 1700 gulden die destijds nodig was voor de aanschaf van het orgel naar verhouding aardig vergelijkbaar is met de kleine ton die we nu, 150 jaar later, nodig hebben voor de restauratie! In het voorjaar van 1870 was er een commissie druk bezig met het inzamelen van geld, net zoals we nu, precies 150 jaar later daar ook weer mee bezig zijn...
De fondsenwerving verliep 150 jaar geleden door middel van inschrijving, een voor die tijd niet ongebruikelijke procedure. Iedereen die iets voor het orgel wilde geven kon het te schenken bedrag schriftelijk kenbaar maken. Omdat geld overmaken per giro nog niet mogelijk was, moest alles op een gegeven moment in contanten worden opgehaald. De geldophaler die daarmee uiteindelijk werd belast kon dus niet sjoemelen door stiekem iets in eigen zak te steken want door de inschrijvingen was bekend hoeveel er binnen moest komen!
Het kerkbestuur had meer mogelijkheden om inkomen te genereren. Het besluit tot aanschaf van het orgel wordt direct gevolgd met het besluit om '
bij iederen godsdienstoefening een derde zakje te laten rondgaan om in het onderhoud van het orgel te voorzien'.
Een andere inkomstenbron betrof het zgn. zitplaatsengeld. Als in november 1869 is besloten het traktement voor de predikant te verhogen, worden de meerkosten hiervan gedekt door de zitplaatsprijzen te verhogen. Voor een eigen zitplaats werd vanaf dat moment een huurprijs van ƒ 0,70 tot ƒ 1,25 per jaar in rekening gebracht, uiteraard afhankelijk van de plaats in de kerk.
Later zal uit de financiële jaarrekening blijken dat de kerkelijke gemeente er warmpjes bij zat. Het jaar 1870 werd afgesloten met een batig (!) saldo van ƒ 313,38.
De restauratie van het orgel is begroot op ruim € 96.000.
Elke bijdrage is zeer welkom op NL05 RABO 0370 4590 67 ten name van Stichting Vrienden van de Hippolytuskerk o.v.v. Knipscheer-orgel.
Er zijn al meerdere giften binnengekomen. Rotary Wieringerland heeft een bedrag van ' 1000 geschonken.
Kors Jan Snoeij, voorzitter Stichting Vrienden van de Hippolytuskerk,
www.hippolytuskerk.nl.