Steeds meer jongeren vinden drugs tijdens een avondje stappen doodgewoon
Uitgegeven op 10-11-2014 om 12:18  |  link  |  bewaar  |  print

REGIO - Het alcohol- en drugsmatigingsprogramma ‘In control of alcohol & drugs’ organiseerde afgelopen woensdag 5 november een conferentie voor bestuurders en professionals in Noord-Holland Noord over partydrugs. Duidelijk werd dat steeds meer jongeren het normaal vinden om tijdens een avondje stappen naar de pillen te grijpen.

Marian Goldschmeding, burgemeester van Stede-Broec en voorzitter van de conferentie: ,,Veel jongeren vinden het normaal om tijdens een avondje stappen naar de pillen te grijpen, dat moeten we doorbreken. Drugsgebruik is niet normaal en brengt veel gezondheidsschade met zich mee.’’ Jongeren die uitgaan blijken meer middelen te gebruiken dan jongeren die dit niet doen. De incidentenmonitor van het Trimbos-instituut laat zien dat de afgelopen jaren het aantal ernstige, levensbedreigende en vermoedelijk ook het aantal fatale drugsincidenten, waarbij XTC of GHB in het spel waren, zijn toegenomen. De Veiligheidregio in Noord-Holland Noord registreerde een geleidelijke toename van het aantal ambulanceritten ten aanzien van partydrugs. De afgelopen twee jaar werden er maar liefst 401 ritten geregistreerd, met als uitschieter 151 GHB-gerelateerde ritten.

Drugsgebruik in Noord-Holland Noord onder 2e en 4e klassers neemt af
Hoewel het alcohol- en drugsgebruik een probleem is, neemt het gebruik van genotmiddelen onder jongeren in Noord-Holland Noord onder 2e en 4e klassers af, zo blijkt uit cijfers van het EMOVO-onderzoek. GGD Hollands Noorden voert het onderzoek elke vier jaar uit onder 2e (13/14-jarige) en 4e (15/16-jarige) klassers uit het voortgezet onderwijs. Hieruit blijkt dat 11 % ooit softdrugs heeft gebruikt en 3 % harddrugs. In 2009 gaf 18 % van de jongeren aan dat zij ooit softdrugs hadden gebruikt en 4% harddrugs. Net als uit landelijk onderzoek blijkt dat ook in deze regio XTC het meest gebruikt wordt onder jongeren die harddrugs gebruiken. Maar liefst een kwart van de 2e en 4e klassers heeft ooit softdrugs aangeboden gekregen; 1 op de 16 harddrugs. Drugsgebruik komt vaker voor bij jongens en bij vmbo-leerlingen. Verder laat het onderzoek zien dat naarmate een jongere ouder wordt hij of zij meer gaat gebruiken. Uit het regionaal, maar ook uit landelijk, onderzoek blijkt dat het gebruik van drugs- en (overmatig) alcoholgebruik vaak samen gaan.

Meeste gebruikers tussen de 20 en 30 jaar
Uit landelijk onderzoek van het Trimbos-instituut blijkt dat de meeste gebruikers van cannabis, XTC en speed in het uitgaansleven tussen de 20 en 24 jaar oud zijn, de meeste GHB-gebruikers zijn tussen de 25 en 30 jaar. Onno van Veldhuizen, burgemeester van Hoorn en voorzitter van de stuurgroep Jeugd, alcohol & drugs in West-Friesland: ..De leeftijd van 18 jaar als volwassenheid is een schijnwerkelijkheid. Voor autorijden heb je dan een rijbewijs nodig en hebben we autogordels. Voor drugs geldt geen drugsbewijs, maar drugsonkunde, óók op veel latere leeftijd.’’

Eerste stap om drugsgebruik terug te dringen is gezet
Met de conferentie waarbij burgemeesters en wethouders van gemeenten in de regio Noord-Holland-Noord en professionals van Brijder, het Trimbos-instituut, GGD, GGZ, Veiligheidsregio, evenementenorganisatoren, jongerenwerkers, onderwijs en politie aanwezig waren, is een eerste stap gezet om het drugsgebruik terug te dringen. Daarmee is de basis gelegd voor een regionale visie en wordt door gemeenten professionals verder gekeken hoe zij het gebruik van partydrugs kunnen minimaliseren. Een lastige opgave, maar het programma slaagt er ook in om het alcoholgebruik steeds verder terug te dringen. ,,Roken was pakweg veertig jaar geleden ook nog doodgewoon. Nu is een roker zeldzaam. De gewoonte van veel jongeren om partydrugs te gebruiken moeten we doorbreken door met elkaar in gesprek te gaan, zowel gebruikers, niet gebruikers, ouders en kinderen. Juist preventie door goede informatie en voorlichting aan ouders en kinderen is belangrijk. De angst voor drugs moet plaatsmaken voor kennis over risico’s en gevaren voor de korte en lange termijn’’, sluit Marian Goldschmeding de conferentie af.