VisDoor: Frank OttensUitgegeven op 28-11-2014 om 16:13
Enkele weken terug mocht ik het genoegen smaken een dagje mee te varen op de Johanna II, de WR 130 van sportvisser Jan Rotgans. Een machtig mooie ervaring.
Zo vingen 'we' sardientjes die Jan – nadat we ze hadden
gefileerd – eventjes frituurde, ze kort daarop in een soja-achtige dressing deponeerde, waarna we ze onmiddellijk konden verorberen.
Onderwijl joeg de wind je om de oren. Heerlijk!
Ook aten we zelfgevangen mossels. Die gooide Jan op de bakplaat, om ze nog geen drie minuten later te kunnen oppeuzelen. Verser is niet denkbaar. Met de lichtzilte nasmaak nog in de mond maakten we ons daarna alweer op voor de volgende proefronde: gerookte schol. Ook om je vingers bij af te likken, en dat deden we dan ook. De mevrouw van de catering, Hanneke uit Avenhorn, schotelde ons later die dag ook nog een heerlijk stoofschoteltje voor, waarbij met name haar rodekoolsalade voor alweer een culinair hoogtepuntje zorgde.
Een dagje voor fijnproevers. Een dagje ook om de dagelijkse stress er even helemaal uit te laten waaien.
Pure reclame voor Wieringen, deze prachtkerel Jan Rotgans.
Over de visserij gesproken: vorig weekend las ik in de zaterdageditie van
De Telegraaf een twee pagina's groot artikel over een andere vermaarde zeeman: Han IJpma. Een subliem achtergrondverhaal, geschreven door de talentvolle Oeverse journalist Mike Muller.
De subkop boven het stuk: 'Windmolenparken, zeereservaten en strenge milieuwetten drijven zeemannen tot wanhoop.' Dankzij het bloemrijke taalgebruik van de jonge reporter waande ik me bijna alwéér op zee: "De herfststorm zorgde voor een frisse tegenwind: de gure noordwester suisde om de
brug."
Geweldig, of niet soms?
Om aan de eisen van de moderne tijd te voldoen, liet IJpma zijn kotter onlangs voor drie ton verbouwen. Hij vist nu met zogenaamde
pulsnetten, waardoor de zeebodem niet meer wordt beschadigd. Bovendien worden met deze stroomstootjes afgevende techniek grótere vissen gevangen. Richard Wigbout, de negentienjarige vissersjongen aan boord: "Goed voor de natuur, want kleine vis kan doorzwemmen."
In de laatste alinea van het artikel fileert Han IJpma nog even fijntjes de door overheidinstanties verzonnen regels: "Wij worden verbannen van de kuststrook, want we woelen de bodem volgens de regelmakers en milieufanatici om. En kijk daar eens: enorme schepen die week in, week uit zand oppompen en verder het strand opspuiten ter versterking van de kustzone. Daar hoor je niemand over! Ik snap dat de veiligheid van ons land boven alles gaat, maar zeg dan niet dat er minder vis is door overbevissing of bodemberoering door twee netjes. (..) Als er over een paar jaar onderzoek wordt gedaan waaruit blijkt dat de vis is verdwenen, is het de visserij die de schuld krijgt. Zo gaat het al jaren."
Geloof het of niet: tijdens het lezen van dit levensechte artikel zat ik bij een kameraad in Den Oever tongen te eten, afkomstig van diezelfde WR 244 – inderdaad, de joekels van tongen die Richard Wigbout bedoelde.
Tjonge jonge, Han IJpma: wat waren ze best!
Jan Rotgans gaat de zojuist gevangen mosselen te lijf met de brandslang. (Foto: H.J. Egberts)