DE HEDENDAAGSE OUD & NIEUW VIERINGUitgegeven op 30-12-2002 om 16:22 |
link |
bewaar |
printHippolytushoef -
Sinds 1575 wordt in Nederland op 1 januari nieuwjaar gevierd. Voor die tijd waren er verscheidene data in gebruik en heerste er een complete verwarring.Oud en nieuw werd vroeger gevierd met samenzang, maskerades, maaltijden, heilwensen, optochten en vuren. Hierbij werd veel lawaai gemaakt en offers gebracht teneinde de boze geesten te verjagen of gunstig te stemmen. De kerk verzette zich fel tegen deze activiteiten en zou juist daarom vlak ernaast Kerst en Drie Koningen geplaatst hebben, zodat de heidense feestvreugde met nieuwjaar als het ware met de kerkelijke feestdagen zou samensmelten.
Tot halverwege de vorige eeuw werd het nieuwjaar voornamelijk gevierd met volle bekers en luide zang. Pas daarna is de viering aanzienlijk ingetogener en huiselijker geworden. De burgerij had tot die tijd de meeste hinder van het zogenaamde ‘nieuwjaar zingen’. De armen trokken dan langs de huizen om ‘den luiden iets af te nemen’. Er bestaan verhalen dat deze nieuwjaarszangers de huizen binnendrongen en zich ongevraagd te goed deden aan wat daar voor eetbaars aanwezig was. Hiertegen werd steeds feller opgetreden, al bleef het gebruik tot diep in de 18e eeuw bestaan.
In de 19e eeuw ontstond de gewoonte om elkaar een goed nieuwjaar te wensen en rond die tijd deelden nachtwachters, klokkenluiders, straatwegers en omroepers prenten (de huidige nieuwjaarswensen) uit om een fooitje te ontvangen. Op het platteland bleef het nieuwjaar zingen veel langer voortduren. Mannen, die soms weken met hun rondgang bezig waren, zijn in onze tijd uitgestorven. Er zijn meer traditionele gebruiken op het platteland bewaard gebleven. Te denken valt aan jaarlijkse nieuwjaarsoptochten, foekepotten (rommelpotten) en het nieuwjaarslepen of nijjierstogjen.
Algemeen echter is het afschieten van vuurwerk. In vorige eeuwen toen het bezit van vuurwapens nauwelijks aan banden was gelegd, werd er bij de jaarwisseling druk geschoten. De geschiedenis vertelt ons dat de meeste Amsterdammers er zelfs een klein kanon op na hielden dat op oudejaarsmorgen van zolder werd gehaald. Oliebollen, wafelkoeken en appelflappen worden al sinds mensenheugenis met oudjaar gebakken. Dat gebeurde niet alleen voor familiegebruik, maar ook voor de hele buurt en voor de nieuwjaar zangers. Anno 2002 trekt half Nederland klokslag twaalf uur naar buiten om rotjes, zevenklappers, gillende keukenmeiden, voetzoekers en vuurpijlen af te steken. De geschiedenis schijnt zich wederom te herhalen.