Burger positief over visserijsector
Uitgegeven op 10-05-2009 om 05:23  |  link  |  bewaar  |  print

DEN HAAG– Nederlanders hebben nauwelijks kennis van de visserijsector en er bestaan weinig uitgesproken opinies. Van de burgers die zeggen wel een beeld te hebben van de visserij staat de grootste groep positief ten opzichte van de sector.

Dat blijkt uit een enquête in opdracht van LNV-minister Verburg naar de beeldvorming in de samenleving over de visserij. De minister heeft het publieksonderzoek laten uitvoeren in de aanloop naar nieuw Europees visserijbeleid na 2012. Het is onderdeel van wat een brede maatschappelijke consultatie heet te zijn.
LNV beschouwt als een van de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek dat aan de ene kant ruim tweederde van de Nederlanders vindt dat natuur en milieu centraal moeten staan bij de ontwikkeling van visserijbeleid, ook als dat ten koste gaat van de winstgevendheid van de sector. Maar als het gaat om de eigen (consument)belangen, zoals het aanbod van vis, plaatst men de gewichtigheid van de sector ineens vaker boven die van natuur en milieu.

Veel Nederlanders hebben geen beeld bij de visserijsector. De publieke opinie is hierdoor makkelijk te beïnvloeden. Eén op de tien Nederlanders zegt een negatief beeld te hebben van de Nederlandse visserijsector. Negatieve beeldvorming wordt naar eigen zeggen met name gevormd door berichtgeving in de media. Meer kennis leidt niet tot een positiever beeld van de sector, even vaak valt dat negatiever uit. Het imago van de branche is tweeledig: aan de ene kant wordt de sector getypeerd als commercieel en dieronvriendelijk, maar aan de andere kant ook als authentiek, cultureel erfgoed en verantwoordelijk.

De spontane bekendheid met de problematiek van de visserijsector blijkt gering. Na het voorleggen van enkele kwesties, blijken veel Nederlanders wel bewust van thema´s als overbevissing, bijvangst en schadelijke vangsttechnieken. De kwesties waarvan men het meest denkt te weten, zijn tevens problemen waarvoor men vindt dat er snel nieuwe of strengere regelgeving moet komen. Slechts een klein groepje let bij het kopen van vis op een keurmerk of andere duurzaamheidsaspecten.

Het onderzoek laat zien dat Nederlanders niet makkelijk een keuze kunnen maken tussen de visserijsector en natuur en milieu. Aan de ene kant is men trots, erkent men het zware bestaan en ziet men het economisch en cultuurhistorisch belang. Aan de andere kant is men achterdochtig over de sector, mede door negatieve berichtgeving over schade aan het milieu en de gevolgen voor biodiversiteit. Over het algemeen slaat de weegschaal iets vaker uit naar de kant van natuur en milieu. Dat zou volgens de onderzoekers te maken kunnen hebben met het feit dat zowel milieu als duurzaamheid een hot item zijn.

Opvallend is dat ondanks de geringe kennis van de visserijsector, bijna de helft van de Nederlanders zegt (zeer) geïnteresseerd te zijn in beleid rondom de visserijsector. Maar liefst tweederde vindt dat het visserijbeleid hoog op de politieke agenda moet staan, en een grote groep vindt dat Nederland een voortrekkersrol moet vervullen. Het merendeel ziet voor de sector een grotere eigen verantwoordelijkheid weggelegd, en tevens een rol voor de wetenschap. Over de rol van de milieuorganisaties zijn de meningen verdeeld.

Kajuitgesprekken

Behalve een publieksonderzoek heeft minister Verburg ook zogeheten kajuitgesprekken georganiseerd met selecte groepjes vissers, handelaren, accountants, wetenschappers en vertegenwoordigers van milieuorganisaties. Het ging om zes bijeenkomsten in evenzoveel vissersplaatsen, van Lauwersoog tot Stellendam. Verder heeft de minister twee dinergesprekken gevoerd met opinieleiders van verschillende maatschappelijke geledingen.

De volgende vragen zijn onder meer aan bod gekomen: wat zijn de belangrijkste knelpunten in het huidige visserijbeleid en waar ziet u perspectief, wat is de gewenste situatie voor de Nederlandse visserij in 2020, wat zijn de grote uitdagingen voor de visserij op ecologisch en economisch gebied, en hoe kan de visserijregelgeving worden verbeterd? Opvallend in de dinergesprekken was de belangrijke rol die de gesprekspartners weggelegd zagen voor de markt, keten en certificering bij de verdere verduurzaming van de visserij. Daarbij is een omslag binnen de sector, waarbij de productie wordt bepaald door de vraag van de consument in plaats van andersom, wenselijk. Hiervoor is betere marketing en vermarkting nodig: vis moet een geliefd kwaliteitsproduct bij consumenten worden.

Reactie Verburg

Minister Verburg vindt imago belangrijk voor een sector die zo werkt in de openbare ruimte en met levend materiaal. De visserij moet volgens haar zuinig zijn op de sympathie die burgers voor de sector hebben. Het is daarbij van belang dat gewerkt wordt aan een aantal hardnekkige problemen die in de sector bestaan zoals duurzaam beheer van visbestanden en bijvangsten. De sector zal nadrukkelijk een rol moeten spelen bij het oplossen van problemen. Dat hoort bij verantwoord ondernemerschap en is bepalend voor het imago van de sector bij het publiek en op de markt.

Verburg is blij met de duurzaamheidsinitiatieven die de sector nu al neemt. Want innovatie en duurzaamheid zijn volgens haar sleutelwoorden voor de toekomst van de visserij. Verder is zij groot voorstander van de Regionale Advies Comités, omdat hierin vissers, wetenschappers, biologen en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties samenkomen. Vereenvoudiging van de regelgeving staat hoog op haar agenda. Regels moeten begrijpelijk, controleerbaar en handhaafbaar zijn.



Uitkomsten kajuitgesprekken: Vissen in de toekomst


De sector is trots op haar knowhow en efficiency. Er bestaat een grote behoefte binnen de sector om het eigen imago te verbeteren.
Er bestaat duidelijk verschil van inzicht tussen de visserijsector enerzijds en de maatschappelijke organisaties en wetenschap anderzijds over de visstand, de effecten van bodemberoering, dierenwelzijn en nut en noodzaak van zeereservaten. Het Marine Stewardship Council-certificeringsinitiatief ervaren de meeste deelnemers als positief.
In de sector leeft een grote wens te komen tot meer zelfregulering. Daarvoor is wel een mentaliteitsverandering in de visserijsector nodig.
Men pleit nadrukkelijk voor quota óf zeedagen.
Diverse partijen in de verwerkende industrie en retail wijzen op de noodzaak van marktgerichter vissen. Een belangrijk aandachtspunt vormt een betere vermarkting van Noordzeevis.
Alle partijen zijn het erover eens dat het huidige Gemeenschappelijke Visserijbeleid te complex is, onvoldoende aansluit bij de praktijk en moeilijk handhaafbaar is.
Er is duidelijk behoefte aan decentralisatie van regelgeving op regionaal niveau, zoals bijvoorbeeld via de Regionale Advies Comités (RAC’s).

Uitkomsten publieksonderzoek: beeldvorming visserij

Nederlanders hebben weinig kennis van de visserijsector en er bestaan weinig uitgesproken opinies.
Burgers staan overwegend sympathiek tegenover visserij als activiteit of beroep.
Maar het publiek ziet wel een aantal problemen in de visserij: overbevissing, schadelijke visserijtechnieken en ongewenste bijvangst. Men is minder bekend met brandstofgebruik, problemen bij controle en dodingsmethodes van vis en vindt dit ook minder belangrijk.
Ruim tweederde van de Nederlanders vindt dat natuur en milieu centraal moeten staan bij de ontwikkeling van beleid. Ook als dat ten koste gaat van de winstgevendheid van de visserijsector. Maar als het gaat om de eigen belangen – bijvoorbeeld het aanbod van vis – plaatst men de gewichtigheid van de sector vaker boven die van natuur en milieu.
Het merendeel van de burgers ziet voor de visserijsector een grotere eigen verantwoordelijkheid in het beheer van biodiversiteit in de zee.

(Bron: Visserijnieuws)