Harry de Bles directeur Stoommachinemuseum
Uitgegeven op 27-04-2017 om 17:43  |  link  |  bewaar  |  print

MEDEMBLIK - Harry de Bles (57) treedt per 12 juni a.s. aan als directeur van het Nederlands Stoommachinemuseum. De Bles was bijna dertig jaar lang directeur van het Marinemuseum. In verband met zijn militair leeftijdsontslag nam hij daar eind februari afscheid.



Harry de Bles krijgt de dagelijkse leiding over het museum en wordt verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en de uitwerking en uitvoering van het bestuursbeleid. Na zijn studie geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden vervulde De Bles zijn dienstplicht bij de Koninklijke Marine en werd aansluitend beroepsmilitair. In 1987 begon hij als conservator in het Helders Marinemuseum en doceerde maritieme geschiedenis aan het Koninklijk Instituut voor de Marine. In 1990 volgde zijn aanstelling tot directeur van het Marinemuseum. De Bles vervulde vele bestuursfuncties in het culturele veld. Onder zijn leiding kreeg de professionalisering van het Marinemuseum gestalte en verdrievoudigde het aantal bezoekers. De Bles is o.a. actief als secretaris van de 8 October Vereeniging ‘Alkmaar Ontzet’ en is lid van de toetsingscommissie van het Nederlands Museumregister.

Johan Bommerson, bestuurslid en voorzitter van de sollicitatiecommissie: ,,Wij zijn blij met de aanstelling van Harry de Bles. Zijn ervaring met vrijwilligersmanagement, teambuilding, netwerken, cultureel ondernemerschap, fondsenwerving, optreden als boegbeeld en zijn heldere en vernieuwende visie zijn zeer welkom in het Stoommachinemuseum, dat op een kantelpunt staat. Om het museum toekomstbestendig te maken zijn meer bezoekers, additionele inkomsten en versterking van de museale kernfuncties nodig. Wij hebben er vertrouwen in dat Harry die uitdaging met de vrijwilligers en bestuurders aankan.’’
Harry de Bles over zijn aanstelling: ,,Ik kijk ernaar uit weer aan de slag te gaan in een museale omgeving. Bij het Nederlands Stoommachinemuseum werken net als in het Marinemuseum veel vrijwilligers die hun werkzaamheden met passie en oog voor de bezoekers verrichten. Ondanks beperkte financiële middelen trekt het museum jaarlijks circa 15.000 bezoekers. Door gerichte inspanningen op deelterreinen als presentatie, marketing, educatie en fondsenwerving moet het mogelijk zijn de bezoekerscijfers op te krikken. Daar is tijd voor nodig, maar ik ben vastbesloten om van het Stoommachinemuseum 2.0 een succes te maken. In 2019 vieren we de 250e verjaardag van het patent dat James Watt kreeg op de stoommachine met condensor, herdenken we de 200e sterfdag van diezelfde James Watt en vieren we dat 150 jaar geleden het gemaal ‘Vier Noorder Koggen’, waarin het museum is gehuisvest, geopend werd. Mooie stippen op de horizon om naar toe te werken!’’

Wat betreft speciale evenementen: het Stoommachinemuseum is op 13 en 14 mei a.s. deelnemer aan de Nationale Molen- en Gemalendagen. Op die dagen zal het 2 hele museum ‘onder stoom’ staan en zullen alle stoommachines ook daadwerkelijk draaien.