Met Apollo mee naar BrittanniëUitgegeven op 29-03-2015 om 11:28 |
link |
bewaar |
printDEN OEVER - De orkesten van Apollo namen het publiek in het Vikingschip zaterdag een avondje mee naar Brittannië. Muziek uit het Verenigd Koninkrijk, van populair tot traitionals, was de leidraad in het programma. Het was een afwisselend concert met veel herkenbare muziek.
Traditiegetrouw opende de slagwerkgroep onder leiding van Dick Hondema de avond. De groep startte met
P.C. Rhytms, een aantal ritmes uit nummers van de Britse popartiest Phil Collins
(foto). In
Skip to my Lou soleerde Teun Alma, een van de jongste slagwerkers. Johan Eg en Maarten Cornelissen speelden samen met Dick Hondema een drumduet (eigenlijk dus een drumtrio) op drie drumstellen. Het nummer kwam wat moeizaam op gang, maar eindigde spetterend. Na
Amnesia viel het doek voor het solo-optreden van de slagwerkgroep.
De slagwerkgroep o.l.v. Dick Hondema bracht de stemming er van meet af aan in
Saxofoonkwartet Quatuor Antran nam voor het podium plaats en verzorgde een intermezzo, terwijl achter hen het harmonieorkest plaats nam. Zij speelden onder meer het thema uit de James Bond film Dr. No en
Swanee van George Gershwin. De muziek was weliswaar niet vlekkeloos, maar de sopraan-, alt-, tenor- en baritonsaxofoon vulden de wachttijd aangenaam op.
Harmonieorkest Apollo startte onder leiding van Jeroen Drenth zoals gebruikelijk met een mars,
Performance. De slagwerkgroep speelde een belangrijke rol in het nummer, hoewel de slagwerkers een beetje achteraf in een hokje stonden (meer ruimte was er niet). Voorzitter Peter Houdijk nam vervolgens afscheid van Cindy Sijmonsma. Zij is sinds 1997 de lady speaker van Apollo en deed dat zaterdagavond voor het laatst.
Apollo vervolgde met
Country Gardens, waarin de Engelse tuinen muzikaal worden bezongen. Ieder speelde zijn eigen partij, maar niet altijd op het juiste moment en zo leek het even op een Battle of Britain. Apollo revancheerde zich met
Hymn of the Highlands, waarin in drie delen een uitstapje werd gemaakt naar de Schotse Hooglanden. Het moeilijke werk was muzikaal het hoogtepunt van de avond. Het eerste en mooiste deel was dankzij de variatie een tribute aan de Hooglanden. In het tweede, melodieuze deel bracht het orkest de doedelzak tot leven om te eindigen met een grande finale. Er ging hier en daar wat mis in de uitvoering, hetgeen zeker te maken had met het grote aantal invallers in het orkest wegens ziekte. Het valt te prijzen, dat het orkest ook moeilijke werken op het repertoire zet en niet alleen populaire en goed in het gehoor liggende muziek.
Na de pauze nam Apollo onder meer werk van Monty Python onder handen
Na de pauze opende Apollo met
Jupiter Hymn. Na een rustig begin met solo’s op klarinet en euphonium ontsond een typisch Britse sfeer, waarbij je je in Westminster Abbey waande. Die sfeer werd voorgezet in
In a Monastery Garden, maar de versiering met fluitende vogels was een beetje overbodig. Monty Python kwam voorbij in
Always Look on the Bright Side of Life, de alom bekende melodie ui de film
Life of Brian. Samen met de slagwerkgroep slaagde Apollo er in om swing in het werk te brengen en het publiek tot meeklappen te bewegen. Voor de tweede keer kwam Phil Collins voorbij, dit keer in
The Phil Collins Collection met een medley van hits van de popartiest. Apollo besloot het concert in stijl met de mars
Pomp and Circumstance, in gezongen versie beter bekend als
Land of Hope and Glory. Een meer Britse afsluiting was niet denkbaar.
Cindy Sijmonsma wordt door voorzitter Peter Houdijk in het zonnetje gezet
Saxofoonkwartet Quatuor Antran verzorgde een aangenaam intermezzo
Bert Loos