'OP WIERINGEN WERKTE OOIT EEN GEESTELIJKE KAMELEON'Uitgegeven op 11-11-2003 om 18:38 |
link |
bewaar |
print Wieringen -
In de vroege reformatietijd was de scheidslijn tussen protestant en katholiek vaak nog flinterdun. Hierdoor was het voor scharrelaars op het geestelijke erf nog lange tijd mogelijk om nog regelmatig van kamp te wisselen of om zelfs twee heren tegelijkertijd te dienen. Op Wieringen werkte aan het eind van de zestiende eeuw een van de markantste figuren die de Nederlandse kerkgeschiedenis in dit opzicht heeft gekend: Pibo Ovittius.
De Goudse historicus dr. Paul H.A.M. Abels heeft na een kart eeuw archiefonderzoek de vele raadsels rond deze predikant opgelost. Het levensverhaal van deze man blijkt bijzonder kleurrijk. Zijn wederwaardigheden zouden niet misstaan in een schelmenroman.Ovittius werd als Pibe Wytthiezoon Abbema geboren in het Friese Grou, waar hij apotheker was, trouwde en kinderen kreeg. Oorlog dwong hem de wijk te nemen naar Groningen. Na zijn terugkeer in Friesland bleek dat hij in de Martinistad een tweede vrouw had getrouwd, bij wie hij ook een kind verwekte. Toen deze bigamie aan het licht kwam, werd hij door het Hof van Friesland gevangen gezet en uiteindelijk uit Friesland verbannen. Hij begon daarop aan een eindeloze zwerftocht, waarbij hij eerst als medicus, daarna als pastoor en ten slotte als dominee in zijn levensonderhoud voorzag. Daarbij wist hij telkens weer voor korte tijd het vertrouwen van hooggeplaatste personen in kerk en politiek te winnen. Dat kon echter niet voorkomen dat hij keer op keer moest vluchten, omdat hij werd ingehaald door geruchten over zijn verleden. Met betrekking tot zijn amoureuze levenswandel werd duidelijk dat "er oan ien frou blykber net genôch hie", terwijl hij in kerkelijk opzicht met even groot gemak twee heren kon dienen. Als medicus genoot hij de twijfelachtige reputatie van tovenaar en weerwolf. Kortom, hij was een man met vele gezichten; iemand die zijn tijdgenoten in verwarring bracht met zijn voortdurende gedaanteverwisselingen. Deze metamorfosen deden denken aan de Romeinse dichter Ovidius, aan wie hij uiteindelijk ook de naam Ovittius ontleende.
In de studie van Abels - die op 21 november aanstaande verschijnt onder de titel Ovittius' Metamorphosen. De onnavolgbare gedaantewisselingen van een (zielen)dokter in de Reformatietijd - is een groot hoofdstuk gewijd aan zijn lotgevallen op Wieringen. Daaruit blijkt dat deze geestelijke kameleon op het eiland binnen korte tijd zeer geliefd was omdat hij de vele katholieken gaf wat zij vroegen. Een kleine groep gereformeerden - vooral 'vreemden' - moest echter niets van hem hebben en wist hem uiteindelijk na veel rumoer te verjagen. Van de felle strijd op het eiland wordt in het boek uitgebreid verslag gedaan. Het boek is echter niet louter het levensverhaal van een zonderlinge Fries, maar geeft ook een fraai beeld van het reformatieproces in de buitengewesten van de Nederlanden, waar de verschillen tussen Rome en Reformatie vaak veel minder scherp waren dan in Holland.
Ovittius' Metamorphosen wordt uitgegeven door de Fryske Akademy en uitgeverij Eburon in Delft, is fraai geïllustreerd - onder meer met een uniek document met de handtekeningen en huismerken van vele tientallen Wieringers en gaat 25 euro kosten.